|
Het verhaal:
Momo en de tijdspaarders is een jeugdboek dat gaat over tijd en vooral het ontbreken
daarvan. Het meisje Momo speelt de hoofdrol. Zij woont in een amfitheater buiten
de stad, zonder vader of moeder. Maar gelukkig heeft zij veel vrienden. Tot
er op een dag iets verandert: al haar vrienden krijgen haast, niemand heeft
nog tijd. Momo blijft eenzaam achter. De tijdspaarders blijken hun werk grondig
te doen, ze jagen iedereen op tot een efficiënt en nuttig leven. Neuspeuteren
en gelummel zijn bij deze grijze mannen uit den boze. Maar Momo is niet voor
één gat te vangen en weigert zich uit te sloven voor dit stel
kille, grijze zombies. Zij voelt bovendien aan dat deze mannen niet zuiver op
de graat zijn. De gespaarde tijd die ze bij iedereen incasseren drukken ze simpelweg
achterover. Ze bewaren haar in een grote kluis en draaien er kleine sigaartjes
van. De tijd gaat zo in rook op. Het ziet er somber uit voor Momo. Maar gelukkig
komt zij op een goede dag het huisdier van vadertje tijd tegen, de schildpad
Kassiopeia. Dit dier brengt haar bij vadertje tijd, die officieel Meester Secundus
Minutius Hora heet. Samen smeden ze een ingenieus plan om de tijddieven te slim
af te zijn. Maar of het lukt? Wie tijd heeft moet het boek maar even lezen.
Over de auteur:
Michael Ende heeft naast boeken ook teksten voor prentenboeken, toneelstukken,
liedjes en een opera. Zijn eerste boeken waren avontuurlijke fantasieverhalen.
Hij werd wereldberoemd met Momo en de tijdspaarders maar vooral met Het oneindige
verhaal: twee dikke, sprookjesachtige boeken. Beide boeken zitten knap in elkaar,
vol met mooie vondsten. Ze kunnen op verschillende manieren gelezen worden,
maar Michael Ende heeft er wel een hele duidelijke boodschap in gestopt: het
gaat niet goed met onze huidige, zakelijke maatschappij waarin alleen ruimte
is voor het verstand. Er is een tekort aan liefde, fantasie en gevoel. In beide
boeken zijn het kinderen die de wereld redden van de verzakelijking en er het
gevoel in terugbrengen.
Fragment 1:
Een grote stad en een klein meisje
"Lang, lang geleden, toen de mensen nog heel andere talen spraken, waren er in de warme landen al grote en prachtige steden. De paleizen van koningen en keizers stonden er in hun volle glorie, er waren brede wegen, nauwe straten en bochtige steegjes. Schitterende tempels met gouden en marineren beelden stonden er, men vond er kleurrijke markten waar koopwaar uit alle windstreken werd aangeboden en grote, mooie pleinen waar de mensen samenkwamen om nieuwtjes te bespreken en om redevoeringen te houden of aan te horen. En niet te vergeten: de grote theaters. Ze leken op een hedendaags circus, alleen waren ze helemaal uit steenblokken opgebouwd. De rijen zitplaatsen voor de toeschouwers lagen als een trap boven elkaar in een geweldige trechter. Van boven gezien waren veel van deze bouwwerken rond, andere waren meer ovaal en weer andere vormden een wijde halve cirkel. Men noemde ze amfitheaters. Je had er, die zo groot waren als een voetbalstadion, en kleinere, waarin maar een paar honderd toeschouwers konden. Sommige waren prachtig uitgedost met pilaren en beelden, andere waren eenvoudig en zonder versiering. Daken hadden deze amfitheaters niet, alles speelde zich af in de open lucht. Daarom werden in de rijkversierde theaters gouddoorweven kleden boven de zitplaatsen gespannen om het publiek tegen de hitte van de zon en tegen plotselinge regenbuien te beschermen. In de eenvoudige theaters werden matten van riet en stro -voor hetzelfde doel gebruikt. In één woord: de theaters zagen eruit, naar gelang de mensen konden betalen. Maar ze moesten en zouden er allemaal één hebben, want ze waren dol op toekijken en luisteren. Wat er zich op het toneel afspeelde was zo aangrijpend of lachwekkend, dat ze het gevoel kregen, alsof dat toneelspel op een geheimzinnige manier echter was, dan hun eigen alledaagse leven............................."
Fragment 2:
Een foute berekening die toch klopt
"Er is een groot en toch heel alledaags geheim. Alle mensen hebben er
mee te maken, iedereen kent het, maar slechts weinigen denken er ooit over na.
De meeste mensen accepteren het gewoon en verbazen zich er helemaal niet over.
Dit geheim is de tijd.
Je hebt kalenders en klokken om hem te meten, maar dat wil weinig zeggen, want
iedereen weet dat één enkel uur wel een eeuwigheid kan lijken,
maar soms kan hij ook als een ogenblik voorbijvliegen - het hangt er maar vanaf
wat je in dat uur beleeft.
Want tijd is leven. En leven woont in je hart."
Fragment 3:
Eenmiljarddriehonderdvierentwintigmiljoenvijfhonderdtwaalfduizend. Zoveel seconden heeft kapper Fusi tot nu toe geleefd. Tijdspaarder XYQ/384/b, strak in het grijs gestoken, rekent het even fijntjes voor. En hoeveel tijd heeft hij daarvan verlummeld en verneuspeuterd? Na een duizelingwekkende som komt de tijdspaarder tot een schokkende, doch voorspellende conclusie: precies evenveel. De kapper veegt het zweet van zijn voorhoofd en realiseert zich dat hij zijn hele leven nog geen seconde gespaard heeft. Hij kan er niet meer onderuit en belooft het grijze heerschap een tijdspaarrekening te openen. Als een gek gaat hij keihard aan het werk.
Fragment 4:
'Kunnen we alsjeblieft niet een beetje doorlopen?' zei ze tegen Kassiopeia. 'HOE LANGZAMER - HOE VLUGGER', was het antwoord van de schildpad. Ze kroop verder, haast nog langzamer dan daarnet. En Momo ontdekte - net als de vorige keer - dat ze daardoor juist sneller vooruitkwamen. Het leek bijna of de straat onder hen doorgleed, steeds sneller, hoe langzamer ze liepen. Want dit was het geheim van dit witte stadsdeel, met straatnamen als Nooitsteeg en Nergenshuizen: Hoe langzamer je liep, hoe sneller je vootuitkwam. En hoe meer je je haastte, hoe minder je opschoot. Dat wisten de grijze heren niet, toen ze Momo met 3 auto's achtervolgden. Zo was Momo hen ontsnapt.
[recentie door Nicole E. Zonderhuis]